Groepen 4
Wij leren:
Rekenen:
- De getallenlijn t/m 100 (sprongen, schrijfwijze, waar staat een getal).
- Optellen en aftrekken t/m 20 (8+5 en 13-9).
- Optellen en aftrekken t/m 100 (van 4+3 naar 74+3 en van 8-5 naar 38-5).
- De tafels 1 t/m 5 en 10.
- Rekenen met geld (alle munten en biljetten, gepast betalen en teruggeven).
- Klokkijken (hele en halve uren (ook digitaal) en kwartieren).
Belangrijkste doelstellingen:
- Vóór de kerstvakantie: sommen t/m 10 geautomatiseerd.
- Eind groep 4: sommen t/m 20 geautomatiseerd.
- Eind groep 4: tafels 1, 2, 3, 4, 5 en 10 geautomatiseerd.
Taal:
- Woordenschat (woordleer- en onthoudstrategieën).
- Taal verkennen (woord- en zinsvorming, taalgebruik).
- Spreken en luisteren (expressief, informatief, betogend).
- Schrijven (stellen).
Spelling:
- Luisterwoorden (ik schrijf het woord zoals ik het hoor: tent).
- Weetwoorden (ik leer het woord uit mijn hoofd: trein).
- Regelwoorden (ik pas een regel toe en weet hoe ik het woord schrijf (hond).
Lezen:
- Technisch lezen (goed en vlot).
- Begrijpend lezen (ik begrijp wat ik lees en kan vragen beantwoorden).
Schrijven:
- Hoofdletters.
-Aan elkaar schrijven.